De overheid is druk bezig het energiesysteem van 2050 te ontwikkelen. Dat het grondig gaat veranderen is duidelijk. Publieke belangen gaan een grotere rol spelen, ook vanwege de grote ruimtelijke impact. Om tot dit nieuwe systeem te komen, worden regelmatig bijeenkomsten gehouden. Zo ook deze maand. In deze editie van Over Gas Gesproken legt beleidsexpert energie Robbert Becker kort en bondig uit wat de belangrijkste takeaways zijn voor de aardgassector.
Op 3 juli presenteerde Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten het conceptplan Nationaal Plan Energiesysteem 2050. Dit schetst een beeld van het energiesysteem in Nederland in 2050. Oftewel, een punt op de horizon waar in de komende jaren naar toe wordt gewerkt. Afgelopen zomer liep een eerste consultatieronde waar Element NL ook aan deelnam. Deze maand organiseert de overheid in de “Energiedialogen” om input van stakeholders op te halen. Namens ons nam beleidsmedewerker Robbert Becker deel aan deze gesprekken. Waar hij nieuwsgierig naar was: wat wordt de rol van de olie- en gasoperators in 2050 en de weg daarnaartoe?
Publieke belangen nemen toe
Het huidige energiesysteem gaat uit van drie belangen waar continue afwegingen worden gemaakt: leveringszekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. In 2050 en in het proces daarnaartoe zullen veel meer publieke belangen worden afgewogen. Waar we in eerder dit jaar schreven dat er zes publieke belangen werden genoemd, zijn dat er inmiddels acht(!).
We zien dat er inmiddels heel factoren worden afgewogen die belangrijk zijn bij de ontwikkeling van ons energiesysteem.
Grote ruimtelijke impact
Het huidige systeem heeft een relatief kleine ruimtelijke claim. Een nieuw energiesysteem zal voor de opwek, transport en opslag van energie veel meer ruimte vragen. Een elektrolyzer van 1 GW vraagt 10 hectare, zo’n 20 voetbalvelden. 1 GW aan batterijen vraagt 28 hectare. En dan hebben we het nog niet over de windmolen- en zonneparken die we onshore en offshore gaan ontwikkelen.
De waterstofketen opbouwen: van blauw naar groen
In 2050 zal groene waterstof een belangrijke rol vervullen in ons energiesysteem om aanbod en vraag te balanceren. Waterstof kan namelijk worden gebruikt om elektriciteit op te wekken wanneer er te weinig wind- of zonne-energie is. Voor bepaalde industriële processen die niet te elektrificeren zijn, kan waterstof ook een uitkomst bieden.
De verwachting is wel dat er pas na 2035 voldoende offshore windenergie is, om voldoende groene waterstof te produceren. Tot die tijd moet het gebruik van blauwe waterstof worden gefaciliteerd. Ook moet er voldoende opslagcapaciteit voor waterstof worden gerealiseerd om strategische waterstofvoorraden aan te leggen.
Tenslotte wordt niet alleen gekeken naar waterstof, maar ook andere waterstofdragers zoals ammoniak, methanol en ethanol. Hierbij is veiligheid een belangrijk aspect om mee te wegen.
De koolstofketen: koolstoffen worden schaars
De meeste energie die we nu in Nederland gebruiken is fossiel; zo’n 80% van onze energiemix bestaat uit zogenoemde koolwaterstoffen. Zogeheten koolstofdragers hebben een hele hoge energetische waarde en zijn daarom belangrijk voor bijvoorbeeld de luchtvaart. De rol van koolstoffen als grondstoffen voor de (chemische) industrie is ook van belang.
Uiteindelijk willen we naar zoveel mogelijke duurzame koolstof, maar die zal schaars zijn. De schaarse koolstof die dan beschikbaar is zal worden gebruikt in de lucht- en scheepvaart en in de chemische industrie waar duurzame koolstoffen noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld bioplastics.
Hoe verder?
De komende periode zal de feedback op het conceptplan worden verwerkt en in de winter zal de definitieve versie van het NPE 2050 worden gedeeld met de Kamer.