Zo lang de basisindustrie in Nederland nog niet klaar is om circulair te opereren, is het belangrijkste om eerst de CO2-uitstoot terug te dringen. Carbon Capture & Storage (CCS) is hier voor de beste momenteel beschikbare techniek, stelt het Sustainable Industry Lab (SIL) in een nieuw rapport getiteld ‘Groene keuzes voor de Nederlandse Basisindustrie’. Het SIL bestaat uit een samenwerking tussen Utrecht University, TNO, VNaCI, PBL en Natuur & Milieu.
De klimaatcrisis vraagt volgens het SIL om radicale maatregelen, maar zomaar stoppen met de industrie of deze bedrijven wegsturen is geen optie. Dan vertrekken ze naar elders, om alsnog aan de groeiende vraag te voldoen, met lagere milieu- en klimaateisen. Ondanks dat de vraag naar producten en grondstoffen in het westen terugloopt, blijft de wereldwijde vraag groeien. In het Klimaatakkoord in 2019 is afgesproken dat Nederland in 2050 klimaatneutraal is. Ook de industrie zal hieraan bij moeten dragen, om deze uitdaging aan te gaan moeten tussenstappen worden gezet om het uiteindelijke doel van 2050 te halen.
Het is dus tijd om de toekomst van de Nederlandse basisindustrie te herdefiniëren, van een fossiel verleden naar een CO2-neutrale toekomst. Om staal, cement of andere producten te maken is veel energie nodig. De industrie verbruikt in Nederland veel (fossiele) energie en is daarom verantwoordelijk voor ongeveer eenderde van de CO2-emissies. De omslag naar een circulaire industrie en een duurzaam energiesysteem gaan daarom hand in hand. Een van de tussenstappen naar een circulaire industrie in 2050 waarmee snel gestart kan worden is CCS. Deze technologie wordt in bijvoorbeeld Denemarken al gebruikt en heeft de potentie om de atmosferische CO2-uitstoot van onder meer Tata Steel aanzienlijk te verminderen.
Hoogwaardige energiebron
CCS is maar één van de oplossingen, daarnaast moet er ook worden ingezet in efficiënter energie'gebuik, oftewel het terugbrengen van de vraag, en de opwek van meer duurzame energie. Met de Noordzee heeft Nederland veel potentie voor veel windenergie. Maar ook voor het opwekken van windenergie zijn producten nodig, die alleen de industrie kan leveren. In alle gevallen is het bij het opwekken van duurzame energie en het terugdringen van CO2-uitstoot schaalgrootte erg belangrijk. Dan komt een ander voordeel om de hoek kijken, namelijk de ligging van Nederland in het ARRRA-cluster (Antwerpen, Rotterdam, Rhein, Ruhr Area).
Potentieel van het ARRRA-cluster
Het rapport schrijft: ‘Het ARRRA-cluster is daarom een waardevolle erfenis uit het fossiele verleden. Het kan zich geleidelijk omvormen tot een geïntegreerd duurzaam industrieel cluster. Voor deze transformatie is de nabijheid van de Noordzee, met een fantastisch potentieel voor windenergie, bijzonder gunstig.’ Ook de mogelijkheden van CCS in dit industriële cluster werd eerder al door NGO Bellona Europa voorgesteld als een mogelijkheid om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. Samenwerking in Europees verband en met de landen om ons heen is dan ook cruciaal om de omslag naar een circulaire industrie te maken. De Net-Zero Industry Act die eerder dit jaar door de Europese Commissie is gepubliceerd is, is een eerste stap naar een Europese Groene Industriepolitiek.
CCS als eerste stap naar circulariteit
Het is dus duidelijk dat CCS een essentiële rol zal spelen in de toekomst van de Nederlandse basisindustrie. Maar om deze technologie volledig te benutten, moeten we pragmatisch zijn. We moeten erkennen dat de overgang naar een volledig duurzame en circulaire industrie tijd zal kosten. Hierbij biedt CCS ons de mogelijkheid om onze klimaatdoelen te bereiken terwijl we werken aan de ontwikkeling van circulaire technieken. Het is de eerste stap naar een groene, duurzame en circulaire industrie.