Element NL-voorzitter Gerda Verburg sprak woensdag 2 april in EenVandaag over het belang van Nederlandse gasproductie in een veranderende geopolitieke en economische context. Samen met Greenpeace-directeur Andy Palmen en energiehoogleraar David Smeulders werd de cruciale vraag besproken: van wie wil Nederland afhankelijk zijn voor haar energievoorziening?
Bekijk hier het volledige fragment uit EenVandaag:
“Als we nu kiezen voor meer Nederlands aardgas, hebben we in 2050 niet alleen volledig hernieuwbare energie, maar ook nog een economie en laten we niemand in de steek.”
– Gerda Verburg, voorzitter Element NL
Tijdelijke behoefte aan gas, strategisch omgaan met herkomst
Hoewel het einddoel duidelijk is — een volledig duurzame energievoorziening — blijft aardgas op dit moment een onmisbare schakel. Het voorziet in ongeveer 70% van de warmteproductie en 40% van de elektriciteitsproductie in Nederland. En zolang dat zo is, is de keuze voor de herkomst van dat gas van groot belang.
“Zolang we aan het gas zijn, kunnen we beter Nederlands gas gebruiken. Offshore vijf keer minder vervuilend, onshore zelfs tien keer.”
- Hoogleraar energie aan de TU Eindhoven David Smeulders
De realiteit is dat Nederland momenteel slechts 38% zelfvoorzienend is in zijn gasbehoefte. De rest komt uit het buitenland — en dat is steeds vaker LNG uit landen als de Verenigde Staten en Qatar. Die importen brengen hogere kosten en meer CO₂-uitstoot met zich mee.
Een geopolitieke wake-up call
De recente politieke ontwikkelingen in de VS, waaronder de ‘America First’-houding van voormalig president Donald Trump, maken pijnlijk duidelijk dat Nederland zich niet afhankelijk kan blijven opstellen van externe leveranciers.
“Het heeft ontzettend veel geld gekost om van Russisch gas af te komen. Nu zijn we voor de import erg afhankelijk van de Verenigde Staten,” aldus Verburg. “Als we geen nieuwe investeringen doen en geen vergunningsprocedures opstarten, vergroten we onze afhankelijkheid van landen als Noorwegen, Qatar en Amerika,” vult Smeulders aan.
De binnenlandse gasreserves – met een potentieel van 150-200 miljard kuub, verspreid over land en zee – bieden nog voor zeker vijf jaar dekking van het Nederlandse verbruik. Mits goed benut, kan dit een stabiele brug slaan richting een volledig duurzame energievoorziening.
Bijdrage aan klimaat én schatkist
Naast strategische onafhankelijkheid is er ook een klimaatargument. Eigen gas is aantoonbaar schoner dan LNG-import. De winning vereist minder energie, en het transport is aanzienlijk korter. Dit verschil speelt een rol in de mondiale CO₂-uitstoot.
“Je kunt het klimaatakkoord niet alleen lokaal halen. Het gaat om een mondiale inspanning. En dan is Nederlands gas, juist in deze transitieperiode, een betere keuze,” aldus Verburg.
Bovendien draagt binnenlandse productie rechtstreeks bij aan de Nederlandse economie:
• 70 cent van elke geïnvesteerde euro vloeit terug naar de staatskas.
• Bij volledige benutting van de kleine velden zou dit tot 17 miljard euro kunnen opleveren.
• Genoeg om tot 500.000 huishoudens te verduurzamen.
Een realistisch pad naar duurzaamheid
De energietransitie is, zoals Smeulders stelt, “een marathon, geen sprint.” Die marathon vraagt om verstandige, strategische keuzes. Dat betekent: doorgaan met isoleren, investeren in hernieuwbare bronnen, maar óók gebruikmaken van de schone, betrouwbare en betaalbare energie die Nederland zelf nog in de bodem heeft.
Momenteel importeert Nederland nog twee keer zoveel aardgas als dat het zelf produceert. Aardgas is nog voor bijna 70% verantwoordelijk voor de warmteproductie in Nederland, en voor zo'n 40% van de elektriciteitsproductie.
Met een afspraak dat er nooit méér geproduceerd wordt dan het verbruik, komt de focus te liggen op de vraagkant van fossiele energie. Minder verbruik is dan het doel, terwijl het noodzakelijke verbruik zo min mogelijk uitstoot veroorzaakt.
Kritiek van Greenpeace: begrijpelijk, maar niet houdbaar
Greenpeace stelt dat Nederland juist moet stoppen met gaswinning, ook uit de kleine velden. Volgens directeur Andy Palmen is eigen gaswinning een ‘oude reflex’ en niet de oplossing voor de toekomst. Hij erkent dat Nederlands gas minder vervuilend is dan LNG uit de VS, maar noemt het argument dat het schoner zou zijn dan álle geïmporteerde gas een “vals frame”, verwijzend naar Noors gas dat volgens hem schoner is. Daarnaast stelt hij dat de opbrengsten vooral naar aandeelhouders zouden gaan.
Hoewel deze zorgen begrijpelijk zijn, gaat dit voorbij aan de bredere realiteit. Allereerst draagt binnenlandse productie direct bij aan de Nederlandse schatkist: 70% van de opbrengsten komt ten goede aan de samenleving. Daarnaast leidt meer import van LNG tot hogere CO₂-uitstoot door energie-intensief transport en productie. Tot slot zijn het uiteindelijk huishoudens die de rekening betalen als Nederland kiest voor duurdere, vervuilendere import in plaats van verantwoord geproduceerd eigen gas. De keuze om tijdelijk in te zetten op Nederlands aardgas is daarmee niet achterhaald, maar juist cruciaal voor betaalbaarheid, klimaat én onafhankelijkheid.
“Door te kiezen voor Nederlands aardgas, houden we het betaalbaarder. En dat is géén ‘drill baby, drill’.”
– Gerda Verburg
Op weg naar een akkoord
De komende periode is cruciaal. Er ligt een voorstel voor een akkoord met het ministerie van Klimaat en Groene Groei over de kleine gasvelden. De inzet: efficiëntere vergunningstrajecten, minder risico’s voor investeerders, betere samenwerking en optimaal gebruik van bestaande infrastructuur.
Een duurzame toekomst vraagt om realistische stappen in het heden. Daarin speelt Nederlands gas een verantwoorde en noodzakelijke rol.