10 april 2020
Op 30 maart stuurde minister Wiebes drie brieven naar de kamer over gas. Een over waterstof, een over groen gas en een overkoepelende brief over “de rol van gas in het energiesysteem van nu en in de toekomst”. In deze laatste brief zette hij uiteen welke rol gasvormige energiedragers op dit moment spelen en in de toekomst zullen blijven spelen in het Nederlandse energiesysteem.
De Minister geeft in zijn brief een evenwichtige en een integrale beschouwing over de rol van gas in de energietransitie en de positie van het Nederlandse aardgas daarbinnen. NOGEPA is blij dat de regering in de brief een duidelijke richting aangeeft voor de energietransitie. Het geeft onze industrie voldoende houvast voor de komende jaren. Van het gas af, het mantra dat de politiek en publiek zo leek aan te spreken, is in de brief veranderd in het geleidelijk vergroenen van het gassysteem op weg naar 2050. Deze benadering onderschrijft NOGEPA volledig. Het komt overeen de zogenoemde “ladder van 7” zoals wij die sinds jaar en dag hanteren.
Het kabinet ziet daarbij twee hoofdlijnen:
- Aan de ene kant het terugbrengen van het gasverbruik via isolatie en besparen. Het is immers het gebruik van fossiele energiedragers dat zorgt voor de CO2 uitstoot
- En het geleidelijk vervangen van aardgas door andere CO2 vrije gassen en de inzet van CCS
Daarnaast gaat de brief in op de waarde van de huidige gas infrastructuur voor het nieuwe systeem en de kennis die onder andere bij de leden van NOGEPA aanwezig is.
De Minister stelt helder dat Nederland nog lange tijd aardgas nodig heeft. En zolang dat zo is en zo lang we de voorraden hebben, heeft gaswinning uit de Nederlandse kleine velden voor het kabinet de voorkeur. Velden die met het sluiten van Groningen in de ogen van het kabinet nog belangrijker zijn geworden. Nationale gaswinning is beter voor het klimaat, levert geld op in plaats van dat het geld kost en is goed voor de werkgelegenheid en het behoud van de kennis van de ondergrond (voor geothermie en/of opslag van CCS of duurzame gassen).
Tenslotte gaat de minister in zijn brief nog in op het versterken van het investeringsklimaat voor de olie en gaswinning. De investeringen in nieuwe olie en gaswinning zijn op dit moment, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen zeer beperkt. De gevolgen daarvan worden goed beschreven in het rapport van het The Hague Centre for Strategic Studies dat in februari verscheen. Om het investeringsklimaat te versterken en de investeringen weer op gang te helpen kondigde de Minister al in mei 2018 een verhoging van de investeringsaftrek voor nieuwe activiteiten aan. Het lijkt er op dat deze nu snel gaat worden ingevoerd. En dat is nodig. En gegeven de huidige gasprijzen urgent. Verhoging van de investeringsaftrek is een noodzakelijk voorwaarde om Nederlandse gaswinning op gang te houden en te voorkomen dat investeringen vooral in de landen om ons heen plaatsvinden. Andere knoppen om het investeringsklimaat te verbeteren zijn het versnellen van de vergunningsprocedures en voorkomen dat extra kosten worden opgelegd via bijvoorbeeld te strenge nationale milieumaatregelen of een eenzijdige nationale CO2 heffing.
Gas zal ook de komende decennia een belangrijk deel van onze energiemix uitmaken. Aardgas en in toenemende mate duurzame gassen. De leden van NOGEPA hebben in deze transitie veel te bieden. Zij produceren op een veilige en verantwoorde wijze Nederlands aardgas en investeren in nieuwe projecten en productie en voorkomen zo dat Nederland onnodig veel gas moet importeren. Dat is goed voor het klimaat, voor de Nederlandse staatskas en voor de werkgelegenheid.