Gasproducent ONE-Dyas is volop bezig met de bouw van N05-A, onderdeel van het GEMS-project. Een Nederlands project, gebruikmakend van de Nederlandse industrie met als doel eind 2024 Nederlands aardgas te produceren. Dit project kent tevens meerdere primeurs. Nog niet eerder draaide een offshore platform in Nederland rechtstreeks op groene stroom uit een offshore windpark. Hiermee is het een schoolvoorbeeld voor de energietransitie, door het aardgas dat we nog enkele decennia nodig hebben te produceren met de laagste emissies ter wereld. Eerder deelde Chris de Ruyter van Steveninck, CEO van ONE-Dyas, waarom ONE-Dyas hierin investeert. Deze keer is het woord aan Jeroen Abels, asset manager GEMS bij ONE-Dyas en vanaf de start betrokken bij de ontwikkeling. Hij loopt door vijf bijzonderheden van dit unieke project op de Noordzee.
1. Het elektrificeren van gasproductie
“Deze connectie van offshore wind met gasinfrastructuur is nog niet eerder gemaakt in de Nederlandse Noordzee,” aldus Jeroen Abels, “Als het platform er staat, kunnen we elektrisch boren, dus er zijn geen dieselgeneratoren meer nodig. Ook de gasbehandeling en compressie is geëlektrificeerd in plaats van gasgestookt.” Hoewel er regelmatig gesproken wordt over productieplatforms laten draaien op groene stroom, is dit een unicum. “Een directe verbinding met een windpark is ingewikkeld door regelgeving en omdat zo’n park meerdere klanten bedient,” legt hij uit. “In ons streven naar het verlagen van emissies hebben wij dit nu wel voor elkaar gekregen.”
“Deze connectie van offshore wind met gasinfrastructuur is nog niet eerder gemaakt in de Nederlandse Noordzee."
Een mogelijk probleem is dat het windpark geen constante stroom levert, omdat het afhankelijk is van het weer. Tegelijk gebruikt het platform een relatief klein deel van de capaciteit. Jeroen vult aan: “Als het maximaal waait, gebruikt N05-A maximaal 17% van de stroomproductie. Het Riffgat-windpark is aangesloten op het netwerk van TenneT, dat als back-up dient wanneer het niet waait.”
2. Het ontwerp aanpassen aan de omstandigheden
Het GEMS-project, waar de ontwikkeling van N05-A onderdeel van is, is al lang in de maak. Van meet af aan is proactief contact gezocht met stakeholders, om voor het platformontwerp keuzes te maken die zo veel mogelijk rekening houden met de omgeving. Dat begint al bij de keuze om überhaupt een nieuw veld te gaan ontwikkelen. Jeroen Abels: “Het is belangrijk om te realiseren dat de impact van gasinfrastructuur overal speelt. Aardgas dat we niet hier produceren, halen we anders uit de V.S., Qatar of andere landen. Door te kiezen voor lokale productie, neem je als land zelf verantwoordelijkheid over het aardgas dat je verbruikt en kies je ervoor om de emissies zo laag mogelijk te houden. Bovendien kent Nederland zeer strikte wet- en regelgeving.”
Over het geheel genomen is de impact van een platform op de Noordzee relatief laag ten opzichte van andere activiteiten op de Noordzee. Desalniettemin is de plaatsing zorgvuldig afgestemd op de ecologie op de zeebodem, wat resulteerde in het verplaatsen van het platform met zo’n 850 meter ten opzichte van het originele plan. Zelfs de hoogte van het platform is verlaagd van drie naar twee verdiepingen, zodat het platform nog minder zichtbaar is vanaf de kust.
Foto door KLOET
3. Snel bijdragen aan de energietransitie
Op dit moment draait de voorbereiding op volle toeren. Op de HSM-scheepswerf in Schiedam staat de constructie van het platform klaar en wordt druk gewerkt aan de interne pijpleidingen en stroomkabels. Hoewel een deel van de verleende vergunning tijdelijk is geschorst vanwege een noodzakelijke aanvulling die verband houdt met de algehele stikstofproblematiek in Nederland, heeft ONE-Dyas goede hoop op een positieve afloop. “Het is ambitieus, maar we mikken erop om deze zomer het platform naar de locatie in de Noordzee te transporteren,” vertelt Jeroen Abels, “De plaatsing en verdere installatiewerkzaamheden vinden dan plaats in het derde kwartaal van 2024, met als doel om in december het eerste aardgas te kunnen leveren.”
"Door te kiezen voor lokale productie, neem je als land zelf verantwoordelijkheid over het aardgas dat je verbruikt en kies je ervoor om de emissies zo laag mogelijk te houden.”
In totaal wordt de totale gasvoorraad in het GEMS-gebied geschat op 50 miljard kubieke meter, dat over zo’n 20 jaar geproduceerd wordt. Jeroen Abels: “In het eerste jaar denken we zo’n anderhalf miljard kubieke meter te kunnen produceren. Ongeveer een twee derde van dit gas, dus één miljard kubieke meter is voor Nederland. Dat is zo’n 3% van het huidige gasverbruik in Nederland. Rondom veld N05-A liggen nog meer velden. Een deel kan vanaf het N05-A platform worden bereikt, terwijl uit andere velden met behulp van satellietplatforms kan worden geproduceerd. De schatting is dat we in de eerste helft van de jaren 2030 ongeveer 6 miljard kubieke meter kunnen produceren, waarvan de helft uit de Nederlandse en de andere helft uit de Duitse Noordzee. Als we uitgaan van de beramingen van de gasvraag op dat moment, betekent dat we daarmee zo’n 15 procent van de binnenlandse vraag kunnen leveren. De jaren daarna zijn de velden leger, is de druk lager en neemt de productie weer af.” Dit is in lijn met de overheidsplannen om de productie van kleine velden in de Noordzee sneller te ontwikkelen, zodat er minder afhankelijkheid is van het buitenland, er meer gasbaten binnenkomen en de emissies laag blijven.
4. Impact op de omgeving minimaliseren
De milieueffectrapportage die Royal HaskoningDHV voor N05-A deed, is de meest uitgebreide op de Noordzee ooit. Naast volledig draaien op groene stroom, zijn ook andere aanpassingen onderzocht om emissies op een minimum te houden. “Ook de methaanemissies houden we extreem laag door te werken met een offgascompressor,” aldus Jeroen Abels. “Offgascompressoren worden gebruikt om aardgas, waarvan de belangrijkste component methaan is, terug te winnen dat anders weglekt uit het productiesysteem. Het broeikaseffect van methaan is zo’n 30 keer sterker dan CO2. Door dit af te vangen helpt dit de broeikasgasemissies van onze productie nog verder te reduceren.”
Tevens wordt er anders omgegaan met boorgruis om de biodiversiteit minder te verstoren. Jeroen Abels legt uit: “Het is gebruikelijk om het boorgruis op de zeebodem achter te laten, maar gezien in een gebied in de buurt van het platform dichtbegroeide keien liggen, voeren we het gruis af.” Om het aardgas aan land te krijgen, moet het via pijpleidingen op de bodem vervoerd worden. Het platform zal worden aangesloten op het bestaande pijpleidingennetwerk van NGT (Noordgastransport). “Hierdoor is er maar een kort stuk nieuwe pijpleiding nodig, waarmee de impact op de omgeving nog verder gereduceerd wordt,” vult hij aan.
Foto door KLOET
5. Onderzoek naar het opschalen van groene waterstof
Er wordt nog verder naar de toekomst gekeken met het project. Samen met TNO wordt gewerkt aan de HyFive pilot om groene waterstof te produceren op het platform met de reststroom uit het windpark. Waterstof heeft de potentie om de rol van aardgas op termijn voor een deel over te nemen in het energiesysteem. De productie ervan is momenteel alleen nog niet efficiënt of rendabel genoeg. De elektrolyser heeft een vermogen van maximaal 5 megawatt, een cruciale stap in aanloop van het door het ministerie van economische zaken geplande waterstofdemonstratieproject van 50-100 megawatt, elders op de Noordzee, eind jaren 2020. “Deze pilot is puur vanuit onderzoeksperspectief, waar we graag in willen investeren,” aldus Jeroen Abels, “Het is ontzettend belangrijk om meer te leren over een waterstofeconomie, van productie tot transport, en N05-A biedt met zijn windparkaansluiting een unieke kans hiervoor.”
“Deze pilot is puur vanuit onderzoeksperspectief, waar we graag in willen investeren. Het is ontzettend belangrijk om meer te leren over een waterstofeconomie, van productie tot transport, en N05-A biedt met zijn windparkaansluiting een unieke kans hiervoor.”