In 2023 is maar liefst 10 procent minder aardgas geproduceerd dan verwacht, een productiedaling van 20 procent ten opzichte van 2022. Ook het aantal exploratieboringen bleef achter. Dit publiceerde TNO in het jaarverslag Delfstoffen en Aardwarmte 2023. Een versnelde daling van gasproductie in Nederland dus, ondanks het versnellingsplan dat door voormalig staatssecretaris Hans Vijlbrief in het leven werd geroepen.
“Element NL kijkt uit naar de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord, waarin versnelling van de Nederlandse gasproductie is opgenomen”, zegt voorzitter van Element NL Gerda Verburg.
Versneld aardgas produceren zorgt voor minder CO2-uitstoot
De aardgassector pleit al langer voor versnelde aardgasproductie, om zo een bijdrage te leveren aan een schoner energiesysteem. Nederlands aardgas stoot namelijk 30 tot 50 procent minder CO2 uit bij productie, dan het veel vervuilender importgas LNG. Daarbij levert aardgas van eigen bodem een belangrijke bijdrage aan de schatkist: 70 procent van de baten gaat naar de staat. Geld waarmee de energietransitie verder bekostigd kan worden. Bovendien draagt het bij aan meer geopolitieke onafhankelijkheid, omdat je minder afhankelijk bent van landen als Qatar, de VS en Rusland.
Nederlandse aardgassector hangt aan zijden draad
Verburg: “Het is vijf voor twaalf als het gaat om het voortbestaan van de aardgassector in Nederland. Als versnelling van gasproductie uitblijft, is het handhaven van de huidige gasinfrastructuur onhoudbaar en trekken bedrijven weg. Dat betekent een klap voor de energietransitie, want zowel de brede kennis in de sector, als de infrastructuur kunnen hergebruikt worden voor waterstoftechnologie en CO2-opslag.”
TNO stelt dat na bijna 2 jaar geen effecten van het versnellingsplan zijn waargenomen, De verwachte aantallen exploratieboringen gingen van 7 naar 4, de gasvoorraden slonken van 97 naar 74 miljard m3 en gasproductie liep terug van 12 naar 9 miljard m3. Het onderzoeksinstituut constateert dat met name de afwaardering van de gasvoorraden en de lage investeringsbereidheid kenmerkende tekenen zijn dat Nederland structureel minder aantrekkelijk is geworden voor investeringen van de olie- en gassector.
Door TNO worden onder meer het slechte fiscale klimaat, vertragingen in het vergunningenproces (zoals bij het N05-A project van ONE-Dyas) en maatschappelijke weerstand genoemd als factoren die ervoor zorgen dat investeren in Nederland grotere risico's met zich meedraagt.
Tot slot verwacht TNO dat investeringen in projecten in het Verenigd Koninkrijk ook minder aantrekkelijk worden door de komst van de nieuwe regering daar. Dit, met nog te implementeren beleid, kan tot gevolg hebben dat Nederland weer relatief aantrekkelijker wordt, zo denken de onderzoekers.
Het volledige TNO-rapport is te downloaden via het Nederlandse Olie- en gasportaal.